Page images
PDF
EPUB

OVER HET REGT IN HET ALGEMEEN.

Het romeinsche regt werd in de middeleeuwen gerecipieerd omdat het wegens zijne ontwikkeling voldeed aan de behoeften, die door nieuwe levensbetrekkingen ontstaan waren, voor welke het inheemsche regt te kort schoot. De duitsche keizers waren er mede ingenomen, omdat de regel quod principi placet legis habet vigorem (1. 1 pr. D. de const. princ. 1. 14) hunne magt begunstigde.

Het romeinsche regt wordt geleerd, omdat het als de bodem van ons hedendaagsch regt beschouwd wordt hier te lande heeft het tot 1809, alhoewel gewijzigd, gegolden, en omdat bij geen volk het regt met zooveel zorg ontwikkeld is. Tot die ontwikkeling heeft veel bijgedragen dat Rome zoovele eeuwen de zetel van het rijk was gebleven.

[ocr errors]

Wat is regt? de Romeinen zeggen: ius est ars boni et aequi 1).

1) 1. 1. D. de iustitia et iure I. 1. Juri operam daturum prius nosse oportet, unde nomen iuris descendat. est autem a iustitia appellatum (nam ut eleganter Celsus definit) ius est ars boni et aequi, zegt Ulpianus, niet veel anders Paulus 1. 11 eod. Ius pluribus modis dicitur. Uno modo, cum id quod semper bonum et aequum est ius dicitur, ut est ius naturale altero modo quod omnibus aut pluribus in quaque civitate utile est

Wil men uit het begrip van regt toepassingen bij de behandeling van het romeinsche regt maken, dan moet men zich aan het regtsbegrip der oude philosophen houden, hoezeer niet alleen aan dat der Stoicynen. Trendelenburg, Naturrecht auf dem Grunde der Ethik 1868 § 46. bl. 83: das Recht ist der Inbegriff derjenigen allgemeinen Bestimmungen des Handelns, durch welche es geschieht, dass das sittliche Ganze und seine Gliederung sich erhalten und weiter bilden kann. Volgens Felix Dahn (Bekkers und Pözl, Vierteljahrschrift 1870) is het regt: die vernunftnothwendige Friedensordnung einer Menschengenossenschaft in ihren äusseren Verhältnissen zu einander und zu den Sachen."

Bij ieder volk, hetwelk in geordende maatschappij leeft, bestaan regelen voor de handelingen van de leden dier maatschappij in hunne onderlinge betrekkingen; hij die weigert, deze regelen op te volgen, kan er toe gedwongen worden. Het geheel van deze regelen noemt men het regt in objectiven zin; de bevoegdheid van het individu, regt in subjectiven zin, tegenover deze staat de regtspligt.

REGTSBETREKKING EN REGTSINSTITUUT.

Regtsbetrekking is de betrekking tusschen den eenen persoon en den anderen of tusschen een persoon en eene zaak, geregeld door eene regtsbepaling. Deze

ut est ius civile. Wij kunnen alhoewel Papinianus het woord lex gebruikt, zijne bepaling in 1. 1. D. de legib. (1.3.) Lex est commune praeceptum, virorum prudentium consultum, delictorum quae sponte vel ignorantia contrahuntur, coercitio, communis reipublicae sponsio als eene van het regt beschou

wen.

regeling door eene regtsbepaling bestaat daarin, dat aan den persoonlijken wil een terrein wordt aangewezen, waarop hij onafhankelijk van iederen anderen wil mag heerschen. In iedere regtsbetrekking zijn twee bestanddeelen, het stoffelijke, de bloote daadzaak, en het formele, waardoor de feitelijke betrekking tot een regtsvorm verheven wordt. Er zijn betrekkingen die geheel, b. v. de eigendom, andere die niet, b. v. de vriendschap; en andere die slechts gedeeltelijk, b. v. het huwelijk tot het gebied van het regt behooren. Savigny 1. bl. 333. Onder regtsinstituut verstaat men het geheel van de op eene regtsbetrekking werkende regtsregelen. Bij de beoordeeling van een geval in regten, moet veelal op meerdere regtsbetrekkingen gelet worden; b. v. uit het verbruiksleen ontstaat het regt van inschuld van den uitleener; maar is geld aan iemand, die in de vaderlijke magt is, geleend, dan kan de schuldeischer slechts onder bijzonder gunstige omstandigheden zijn regt doen gelden. Men spreekt van eigendom, bezit, huwelijk en verbindtenissen als regtsinstituten. Soms zijn regtsregelen

gerecipieerd, die zich bij niet gerecipieerde instituten ontwikkeld hebben. Tusschen de verschillende

regtsregelen en regtsinstituten bestaat een organisch verband.

JUS PUBLICUM, PRIVATUM.

De in het regt zich uitende wil tracht het welzijn van het geheel met het welzijn der enkelen in overeenstemming te brengen en te houden. De eene hoofdtak, het openbare regt (ius publicum), heeft het welzijn van het geheel als zoodanig in het oog, de betrekking tusschen den staat en de onderdanen,

de

andere, het private regt (ius privatum), beoogt het welzijn der bijzondere personen en regelt de betrekkingen van het private leven, de betrekkingen van een persoon tot een ander.

[ocr errors]

Wij brengen tot het publieke regt, al wat de staatsregeling de constitutie het strafregt, en het proces betreft. Savigny I. bl. 27. Ook worden die bepalingen van het private regt, welke de handelende personen niet naar hunne willekeur wijzigen kunnen, ius publicum genoemd; b. v. in l. 15 § 1 D. ad leg. Falc. (35.2) zegt Papinianus, et ideo sororem (die eene geldsom aan iemand beloofd had, wanneer zij van de lex Falcidia gebruik maakte) iure publico retentionem habituram, daar privatorum cautione legibus non esse refragandum constitit. Testamenti factio non privati, sed publici iuris est. 1. 3 D. qui test. fac. poss. (28.1).

Van de verpligting tot rekening en verantwoording kan de voogd niet vrijgesteld worden, nemo enim ius publicum remittere potest huiusmodi cautionibus, nec mutare formam antiquitus constitutam. 1. 5 § 7 D. de adm. et peric tut. (26.7.) 1. 42. D. de oper. libert. (38.1). In L. 20 D. de rel. (11.7) wordt de verpligting van den man de begrafeniskosten van de vrouw te vergoeden, tot het ius publicum gebragt. Hetgeen hier ius publicum genoemd wordt, heet in l. 12 § 1 D. de pactis dotal. (23.4) »ex pactis alia ad voluntatem pertinent alia ad ius" eenvoudig ius, in 1. 7 § 16 D. de pact. (2.14) ius commune, in l. 42 eod. forma iuris fiscalis. De nieuweren noemen het dwingend, absoluut of gebiedend regt, waar tegenover staat vermiddelend, aanvullend, suppletoir, dispositief regt. Mühlenbruch § 33.

[ocr errors]

Ius publicum privatorum pactis mutari non potest. 1. 38. D. de pact. (2.14.)

Huius studii duae sunt positiones, publicum et privatum. publicum ius est quod ad statum rei Romanae spectat, privatum quod ad singulorum utilitatem; sunt enim quaedam publice utilia, quaedam privatim. Publicum ius in sacris, in sacerdotibus, in magistratibus consistit. l. 1. § 2 D. de I. et I. (1.1.) Publicum is van populicum af te leiden.

[ocr errors]

JUSTITIA, IURISPRUDENTIA, IURIS PRAECEPTA.

De geregtigheid definieert Ulpianus: de standvastige en altijddurende wil, die iedereen zijn regt toekent 1). Met de woorden constans et perpetua voluntas definieerde men de deugd. Cicero de legib. 1.17. >constans et perpetua ratio vitae, quae est virtus." Paradox. 3.1. »una virtus est, consentiens cum ratione, perpetua constantia."

[ocr errors]

1) 1. 10 pr. D. de I. et I. (1.1.) Justitia est constans et perpetua voluntas, ius suum cuique tribuendi · leest de Florentina, tribuens lezen de Basiliken àлоvéμováα, en het institutenmanuscript te Verona. Bij Cicero, finib. V. 13. animi affec tio suum cuique tribuens; Simonides bij Plato de republ. I τὸ τὰ ὀφειλόμενα ἑκάστῳ ἀποδιδόναι δικαιόν ἐστι. Tryphoninus in 1. 31 D. depos. (16.3.) „,.. et probo hanc esse iustitiam, quae suum cuique ita tribuit, (niet cupit tribuere) ut non distrahatur ab ullius personae iustiore repetitione." Met den wil om ieder het zijne te geven moge de hemel tevreden zijn, maar in het regt wordt eene voluntas efficax, gelijk Schrader aanmerkt, verlangd. Eene betere definitie van justitia vindt men bij Cicero (de orat. I. 42)! sit igitur in iure civili finis hic legitimae atque usitatae in rebus causisque civium aequabilitatis conservatio daar het doeleinde van het regt

[ocr errors]

wel de regtvaardigheid zijn zal.

« PreviousContinue »