Page images
PDF
EPUB
[blocks in formation]

rijke bewijzen meenen wij hiervoor te kunnen aanvoeren. Zoo luidt 10. Art. 555 B. W.: De wet verstaat door zaken, alle goederen en regten welke het voorwerp van eigendom kunnen zijn" en onder deze zaken worden bepaaldelijk opgenoemd: regtsvorderingen dienende om onroerende zaken terug te eischen of te doen leveren " 1) alsmede verbindtenissen en vorderingen, die opeischbare geldsommen of roerende goederen tot onderwerp hebben 2).

2o. In Art. 667 seqq. B. W. wordt de levering behandeld, als middel, waardoor eigendom wordt verkregen en Art. 668 eod. spreekt bepaaldelijk van levering van schuldvorderingen, die niet aan toonder luiden en andere onligchamelijke zaken.”

3o. Art. 1569 volgg. B. W. handelt over verkoop van inschulden en andere onligchamelijke regten"; hieronder zal wel niet verstaan mogen worden, de verkoop der bloote uitoefening van een regt.

4o. Ten slotte zegt Art. 1504 B. W. Regters enz. mogen door overdragt geene eigenaars worden van regten enz. en Art. 500 Rv. Die bij overdragt eigenaar geworden is van eenen titel of bewijs van schuld, kracht van executie hebbende," enz. eene bepaling, die niets anders wil zeggen, dan die bij overdragt eigenaar is geworden eener inschuld, waarvan een executoriale titel bestaat.

[ocr errors]

1) Art. 564 No. 8. B. W.

2) Art. 567 No. 3 seqq. B. W.

Indien wij deze duidelijke uitspraken der wet niet willen miskennen, zoo meenen wij tot deze beslissing te moeten komen, dat volgens ons B. W., door cessie, de inschuld of obligatie zelve, niet alleen de uitoefening van het regt wordt overgedragen.

TWEEDE HOOFDSTUK.

ONDERSCHEID TUSSCHEN CESSIE, NOVATIE, AANWIJZING VAN BETALING EN SUBROGATIE.

§ 1. Zooals wij zagen wordt volgens ons B. W. door cessie het regt zelf, niet alleen de bevoegdheid tot uitoefening van het regt, overgedragen. Wij meenen dus door cessie te moeten verstaan: elke handeling onder leven"den, waarbij afstand wordt gedaan van regten of regts"vorderingen, door hem, die daartoe bevoegd is, ten be"hoeve van een' ander', die dit regt of deze regtsvorde"ring kan en wil verkrijgen”.

Zoodanige afstand zal steeds op eene oorzaak (causa) moeten berusten. De causae cessionis zijn derhalve, evenals de causae tradendi, zeer talrijk en verschillend van aard; zij zelve liggen echter buiten het gebied der eigenlijke handeling, welke men cessie noemt. Cessie is, evenals de

[ocr errors]

"

traditie, geen Obligatorischer Vertrag"; zij behoort zooals V. SAVIGNY zegt, tot de zoogenaamde dinglichen Verträge." Van daar ook is het b. v. onjuist, indien men spreekt van het onderscheid tusschen cessie en het geven in betaling eener vordering, (datio nominis in solutum). Dit is eene causa cessionis. De cessie doet hier, als eene zelfstandige handeling, het doel bereiken, dat partijen zich hadden voorgesteld, namelijk: het doen eener betaling. Dat echter van zoodanig onderscheid wordt gesproken, spruit voort uit eene onnaauwkeurige uitdrukking van den Code.

Wij vinden in Art. 1692 Code Civil gesproken van " vente ou cession d'une créance" als waren deze uitdrukkingen volkomen synoniem, terwijl naauwelijks behoeft te wor den opgemerkt, dat vente d'une créance", veel beperkter beteekenis heeft, dan cession". Onder deze verstaat men elken afstand van een regt of eene regtsvordering, krachtens welken regtstitel ook gedaan.

Beter luidt ook het opschrift van Chap. VIII. van den titel: de la Vente": Du transport des créances" etc. Hier wordt aan cessie hare uitgebreide beteekenis toegekend 1). Deze opmerking wordt dan ook door bijna alle Fransche schrijvers gemaakt 2).

Verder verdient te worden opgemerkt, dat de bepalin

"

zullen

1) Onder de uitdrukking les cessionaires" in Art. 2112 C. C., ook wel niet alleen diegene verstaan moeten worden, welke eene vordering door koop hebhen verkregen.

2) b. v. door TROPLONG. Priv. et Hyp. ad Art. 2112 C. C. p. 436. VENTE No. 378.

DURANTON, du Contrat de Vente No. 486.

[ocr errors]

gen over de transport des créances" in den Titel: de la Vente" worden gevonden. Evenzoo is in ons B. W. in den Titel van koop en verkoop", de laatste Afdeeling gewijd aankoop en verkoop van inschulden en andere onligchamelijke regten" 1). Ook hier dus, is weder cessie eenigermate gelijk gesteld met koop en verkoop.

"

De reden dezer onjuistheid valt niet moeijelijk te gissen. Daar Lib. XVIII Dig. enkel over koop en verkoop handelt en Tit. IV. speciaal tot opschrift draagt: " De hereditate vel actione vendita", zoo meende men, dat ook in den Code, eene afzonderlijke afdeeling van den Titel: "de la vente" aan hetzelfde onderwerp moest gewijd zijn. Onze Wetgever heeft de levering der regten en inschulden op de juiste plaats behandeld; overigens werd de Code getrouw nagevolgd en vertaald. Deze onjuistheid spruit dus voort uit eene slaafsche navolging van de indeeling der Pandekten.

§ 2. Een groot onderscheid bestaat er tusschen cessie en novatie. Terwijl door beiden dezelfde waarde uit het vermogen des eenen in dat van een' ander' persoon kan worden overgedragen, blijft bij cessie de oude obligatie bestaan en gaat onveranderd met hare accessoria van den cedens op den cessionaris over.

Bij novatie daarentegen, gaat de oude verbindtenis te niet, doch er ontstaat op hetzelfde oogenblik eene nieuwe

1) Reeds te dikwijls werd de uitdrukking onlige hamelijk regt" afge

"

keurd, dan dat wij hierbij zouden behoeven stil te staan. Beter zegt onze Wetgever in Art. 668 B. W. "onligchamelijke zaken."

« PreviousContinue »