De gids: nieuwe vaderlandsche letteroefeningen, Volume 29, Parts 1-2; Volume 57G. J. A. Beijerinck, 1865 - Printing |
From inside the book
Results 1-5 of 99
Page 14
... vinden en spreekt het karakter van de conservatieve beginselen duidelijk genoeg uit de verwijten , welke tot het ministerie worden gerigt , of de stemmen die men uitbrengt . Elk die lust heeft kan de proef nemen , maar ik betwijfel zeer ...
... vinden en spreekt het karakter van de conservatieve beginselen duidelijk genoeg uit de verwijten , welke tot het ministerie worden gerigt , of de stemmen die men uitbrengt . Elk die lust heeft kan de proef nemen , maar ik betwijfel zeer ...
Page 17
... vinden om zijne " stem aan deze begrooting te weigeren . " Het logisch verband tusschen de eerste en laatste woorden die ik aanhaalde is niet gemakkelijk te vinden , maar dit blijkt in elk geval duidelijk , — 1865. I. 2 - tenzij aan ...
... vinden om zijne " stem aan deze begrooting te weigeren . " Het logisch verband tusschen de eerste en laatste woorden die ik aanhaalde is niet gemakkelijk te vinden , maar dit blijkt in elk geval duidelijk , — 1865. I. 2 - tenzij aan ...
Page 34
... vinden . Meent daarom niet , dat met die zamen- stelling vooral de vorm wordt bedoeld , hetzij alleen de vorm en de wederkeerige ligging der deelen , zooals zij zich aan het bloote oog voordoet , en zooals haar de ontleedkunde schildert ...
... vinden . Meent daarom niet , dat met die zamen- stelling vooral de vorm wordt bedoeld , hetzij alleen de vorm en de wederkeerige ligging der deelen , zooals zij zich aan het bloote oog voordoet , en zooals haar de ontleedkunde schildert ...
Page 35
... vinden ; want aan dat streven ligt eene opvatting ten grond , die nooit zoo helder als in onze dagen tot bewustzijn kwam . Het is de op- vatting , die de natuurwetten onder alle omstandigheden , en dus ook onder die des levens , als ...
... vinden ; want aan dat streven ligt eene opvatting ten grond , die nooit zoo helder als in onze dagen tot bewustzijn kwam . Het is de op- vatting , die de natuurwetten onder alle omstandigheden , en dus ook onder die des levens , als ...
Page 36
... vinden . Waar zoovele getuigen in haar voordeel spreken , kan het goed regt en het hooge belang der mechanische opvatting niet be- twist worden ; en hoeveel te meer is het dus te bejammeren , dat men in den zwijmelroes der overwinning ...
... vinden . Waar zoovele getuigen in haar voordeel spreken , kan het goed regt en het hooge belang der mechanische opvatting niet be- twist worden ; en hoeveel te meer is het dus te bejammeren , dat men in den zwijmelroes der overwinning ...
Other editions - View all
Common terms and phrases
algemeen alles altijd Amay Bacx beginselen belang blik Bosporus bragt Breda Centaur Cherson deugd dien dier eenige eigen elkander Frankrijk Freule van Heeckeren gebragt geest geheel gelijk geloof geluk goed groote handeling hart hebt heer heid Héraugière hernam hetgeen Hoey hooger hunne ieder iets Indië Israël Jacques Perret Java Jehovah juffer juist kapitein kasteel kerk Kerkadet Kreeft laat laatste leven ligchaam lijk Luitenant Madeleine magt maken meê meester Zibrecht mensch Mijnheer Mill mogt natuur Nederlandsche noodig onze onzer oogen oogenblik pligt regering regt ridmeester rigting Rosse Jan Saturnus scheen schepen schijnt school schoone schrijver schutterijen slechts spie sprak stelsel terwijl thans Thorbecke tusschen utilitarianisme vaandrig vader Vastenavond Vleuten volk volkomen vraag want weêr weet weinig wetenschap wezen wezenlijk wien wijze woord zaak zedelijke zeggen zegt zeide zeker zelf zelve zien zijde zijner zijt zinnelijke zooveel zouden zulk zullen
Popular passages
Page 227 - ... montrent une face humaine, et en effet ils sont des hommes. Ils se retirent la nuit dans des tanières où ils vivent de pain noir, d'eau et de racines ; ils épargnent aux autres hommes la peine de semer, de labourer et de recueillir pour vivre, et méritent ainsi de ne pas manquer de ce pain qu'ils ont semé.
Page 227 - L'on voit * certains animaux farouches , des mâles et des femelles, répandus par la campagne, noirs , livides, et tout brûlés du soleil, attachés à la terre qu'ils fouillent et qu'ils remuent avec une opiniâtreté invincible : ils ont comme une voix articulée ; et quand ils se lèvent sur leurs pieds , ils montrent une face humaine , et en effet ils sont des hommes.
Page 14 - May have broken the woof of my tent's thin roof, The stars peep behind her and peer ; And I laugh to see them whirl and flee Like a swarm of golden bees, When I widen the rent in my wind-built tent, Till the calm rivers, lakes, and seas, Like strips of the sky fallen through me on high, Are each paved with the moon and these.
Page 486 - OH, slow to smite and swift to spare, Gentle and merciful and just ! Who, in the fear of God, didst bear The sword of power, a nation's trust ! In sorrow by thy bier we stand, Amid the awe that hushes all, And speak the anguish of a land That shook with horror at thy fall. Thy task is done ; the bond are free : We bear thee to an honored grave.
Page 102 - Mon Dieu, fermez mes yeux, gardez-moi de voir toute cette multitude dont la vue soulève en moi des pensées si amères, si décourageantes. Faites qu'en la traversant je sois sourd au bruit, inaccessible à ces impressions qui m'accablent quand je passe parmi la foule ; et pour cela mettez devant mes yeux une image, une vision des choses que j'aime, un champ, un vallon, une lande, le Cayla, le Val, quelque chose de la nature.
Page 113 - Après avoir donné au petit Antoine tout ce qu'il a voulu, je lui ai demandé une boucle de ses cheveux, lui offrant une des miennes. Il m'a regardée, un peu surpris : « Non, m'at-il dit, les miennes sont plus jolies.
Page 427 - Gerne dien' ich den Freunden, doch thu' ich es leider mit Neigung, Und so wurmt es mir oft, daß ich nicht tugendhaft bin. ENTSCHEIDUNG Da ist kein anderer Rath, du mußt suchen, sie zu verachten Und mit Abscheu alsdann thun, wie die Pflicht dir gebeut.
Page 423 - Non voltus instantis tyranni Mente quatit solida, neque Auster Dux inquieti turbidus Hadriae, Nee fulminantis magna manus Jovis ; Si fractus illabatur orbis Impavidum ferient ruinae.
Page 426 - Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vleesch, geen goed woont ; want het willen is wel bij mij, maar het goed te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.
Page 321 - Hij haatte de Kerk en de papen nog inniger dan zijn meester; en niet zonder reden, want hij was zelf kanunnik geweest, en blaakte van den hartstocht, die aan renegaten eigen is. Weinige dagen voor de inneming van Den Briel was hem in een zeegevecht de rechterhand afgeschoten, en deze verminking had zijn boosaardigheid nog verhoogd. Hij was het, die voor de uitvoering der bloedige bevelen van zijn meester zorg droeg. En, zoo wij Opmeer mogen gelooven, wachtte hij niet altijd tot hem zulke bevelen...