De gids: nieuwe vaderlandsche letteroefeningen, Volume 29, Parts 1-2; Volume 57G. J. A. Beijerinck, 1865 - Printing |
From inside the book
Results 1-5 of 100
Page 66
... oude Vos " bijgenaamd , een soldaat van fortuin , welke ech- ter reeds tien jaren geleden haar toppunt had bereikt . Hij bragt het toen tot den rang dien hij thans nóg bekleedt ; hij bragt het sedert niet verder ; hij geeft de hoop dit ...
... oude Vos " bijgenaamd , een soldaat van fortuin , welke ech- ter reeds tien jaren geleden haar toppunt had bereikt . Hij bragt het toen tot den rang dien hij thans nóg bekleedt ; hij bragt het sedert niet verder ; hij geeft de hoop dit ...
Page 67
... oude krijgslieden zijn niet zeldzaam , en aan zijn slinker zijde zit er een die hem op dat punt een lesje kan geven . Of bewijzen de rimpels op van Balen's voorhoofd , de " droefkreukels " om zijn mond , bewijzen zij inderdaad dat eenig ...
... oude krijgslieden zijn niet zeldzaam , en aan zijn slinker zijde zit er een die hem op dat punt een lesje kan geven . Of bewijzen de rimpels op van Balen's voorhoofd , de " droefkreukels " om zijn mond , bewijzen zij inderdaad dat eenig ...
Page 75
... oude Vos bijgenaamd worde ; zeg het vrij uit , dat de oude Vos geprofe- teerd heeft , zoo niet ... " - - " Daar hoor ik de trompet steken ! " roept Steenwyck op eens uit , verschrikt zich van hem afwendende , zonder te luisteren . " Wij ...
... oude Vos bijgenaamd worde ; zeg het vrij uit , dat de oude Vos geprofe- teerd heeft , zoo niet ... " - - " Daar hoor ik de trompet steken ! " roept Steenwyck op eens uit , verschrikt zich van hem afwendende , zonder te luisteren . " Wij ...
Page 82
... oude luitenant , behoef ik dit naauwelijks te doen ; hij is den meesten uwer bekend ; de beide anderen zijn François le Noir , mijn landgenoot en cornet mijner ruiter- compagnie , en Frank de Preys , vaandrig der voetknechten , van wien ...
... oude luitenant , behoef ik dit naauwelijks te doen ; hij is den meesten uwer bekend ; de beide anderen zijn François le Noir , mijn landgenoot en cornet mijner ruiter- compagnie , en Frank de Preys , vaandrig der voetknechten , van wien ...
Page 83
... oude Hu- genooten ; zijne leerjaren bragt hij onder Coligny door . " “ Dan zal hij zeker beter vechten dan drinken ! " zei Wyns- berghe lagchend ; " alleen gelief mij nog eene inlichting te ge- ven , kapitein ! " -- " Wat verlangt ge te ...
... oude Hu- genooten ; zijne leerjaren bragt hij onder Coligny door . " “ Dan zal hij zeker beter vechten dan drinken ! " zei Wyns- berghe lagchend ; " alleen gelief mij nog eene inlichting te ge- ven , kapitein ! " -- " Wat verlangt ge te ...
Other editions - View all
Common terms and phrases
algemeen alles altijd Amay Bacx beginselen belang blik Bosporus bragt Breda Centaur Cherson deugd dien dier eenige eigen elkander Frankrijk Freule van Heeckeren gebragt geest geheel gelijk geloof geluk goed groote handeling hart hebt heer heid Héraugière hernam hetgeen Hoey hooger hunne ieder iets Indië Israël Jacques Perret Java Jehovah juffer juist kapitein kasteel kerk Kerkadet Kreeft laat laatste leven ligchaam lijk Luitenant Madeleine magt maken meê meester Zibrecht mensch Mijnheer Mill mogt natuur Nederlandsche noodig onze onzer oogen oogenblik pligt regering regt ridmeester rigting Rosse Jan Saturnus scheen schepen schijnt school schoone schrijver schutterijen slechts spie sprak stelsel terwijl thans Thorbecke tusschen utilitarianisme vaandrig vader Vastenavond Vleuten volk volkomen vraag want weêr weet weinig wetenschap wezen wezenlijk wien wijze woord zaak zedelijke zeggen zegt zeide zeker zelf zelve zien zijde zijner zijt zinnelijke zooveel zouden zulk zullen
Popular passages
Page 227 - ... montrent une face humaine, et en effet ils sont des hommes. Ils se retirent la nuit dans des tanières où ils vivent de pain noir, d'eau et de racines ; ils épargnent aux autres hommes la peine de semer, de labourer et de recueillir pour vivre, et méritent ainsi de ne pas manquer de ce pain qu'ils ont semé.
Page 227 - L'on voit * certains animaux farouches , des mâles et des femelles, répandus par la campagne, noirs , livides, et tout brûlés du soleil, attachés à la terre qu'ils fouillent et qu'ils remuent avec une opiniâtreté invincible : ils ont comme une voix articulée ; et quand ils se lèvent sur leurs pieds , ils montrent une face humaine , et en effet ils sont des hommes.
Page 14 - May have broken the woof of my tent's thin roof, The stars peep behind her and peer ; And I laugh to see them whirl and flee Like a swarm of golden bees, When I widen the rent in my wind-built tent, Till the calm rivers, lakes, and seas, Like strips of the sky fallen through me on high, Are each paved with the moon and these.
Page 486 - OH, slow to smite and swift to spare, Gentle and merciful and just ! Who, in the fear of God, didst bear The sword of power, a nation's trust ! In sorrow by thy bier we stand, Amid the awe that hushes all, And speak the anguish of a land That shook with horror at thy fall. Thy task is done ; the bond are free : We bear thee to an honored grave.
Page 102 - Mon Dieu, fermez mes yeux, gardez-moi de voir toute cette multitude dont la vue soulève en moi des pensées si amères, si décourageantes. Faites qu'en la traversant je sois sourd au bruit, inaccessible à ces impressions qui m'accablent quand je passe parmi la foule ; et pour cela mettez devant mes yeux une image, une vision des choses que j'aime, un champ, un vallon, une lande, le Cayla, le Val, quelque chose de la nature.
Page 113 - Après avoir donné au petit Antoine tout ce qu'il a voulu, je lui ai demandé une boucle de ses cheveux, lui offrant une des miennes. Il m'a regardée, un peu surpris : « Non, m'at-il dit, les miennes sont plus jolies.
Page 427 - Gerne dien' ich den Freunden, doch thu' ich es leider mit Neigung, Und so wurmt es mir oft, daß ich nicht tugendhaft bin. ENTSCHEIDUNG Da ist kein anderer Rath, du mußt suchen, sie zu verachten Und mit Abscheu alsdann thun, wie die Pflicht dir gebeut.
Page 423 - Non voltus instantis tyranni Mente quatit solida, neque Auster Dux inquieti turbidus Hadriae, Nee fulminantis magna manus Jovis ; Si fractus illabatur orbis Impavidum ferient ruinae.
Page 426 - Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vleesch, geen goed woont ; want het willen is wel bij mij, maar het goed te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.
Page 321 - Hij haatte de Kerk en de papen nog inniger dan zijn meester; en niet zonder reden, want hij was zelf kanunnik geweest, en blaakte van den hartstocht, die aan renegaten eigen is. Weinige dagen voor de inneming van Den Briel was hem in een zeegevecht de rechterhand afgeschoten, en deze verminking had zijn boosaardigheid nog verhoogd. Hij was het, die voor de uitvoering der bloedige bevelen van zijn meester zorg droeg. En, zoo wij Opmeer mogen gelooven, wachtte hij niet altijd tot hem zulke bevelen...